Blog van Harold: Ter herinnering aan Job Heilijgers – met zijn bedrijf bouwde hij Flint
Begin december kreeg ik het nare bericht dat Job Heilijgers, na een kortstondig ziekbed, is overleden. Hij werd tachtig jaar oud. Een bijzondere Amersfoorter, voor wie ik jarenlang heb mogen werken. En die ook nadrukkelijk zijn stempel heeft gedrukt op theater Flint.
Hoe het begon
Voordat ik aan de slag ging als directeur van Flint werkte ik in het hotelwezen, Daar leerde ik Job Heilijgers kennen als directeur-eigenaar van de Amersfoortse Hotel Maatschappij (AMH) en als mede-eigenaar van de Regardz Hospitality Group. Hij was dus mijn grote baas. Ik heb 21 jaar voor hem mogen werken in Rotterdam, Utrecht en Amersfoort.
Bijzondere mentor
Ik heb Job Heilijgers leren kennen als een eigenzinnige ondernemer, die zijn medewerkers de ruimte gaf om te groeien. Dat er af en toe fouten werden gemaakt accepteerde hij, dat hoorde erbij. Een bijzondere mentor, van wie ik veel heb geleerd. Job was een ondernemer pur sang, hij was altijd op zoek naar kansen en mogelijkheden, hij was voortdurend bezig met het maken en uitvoeren van plannen.
Hij was niet middle of the road. Job wilde liever anders zijn, creatief met een constante drang naar vernieuwing. Hij was een man met een enorme verbeeldingskracht. Ook een man die heel veel van kunst hield. Nog dagelijks breng ik dingen in de praktijk die ik van hem heb geleerd.
Overal in de stad zijn afdrukken
In Amersfoort is Job Heiligers vooral bekend geworden als eigenaar van bouwbedrijf Heilijgers Bouw. Overal in de stad heeft hij zijn afdrukken staan: het stadhuis, de voormalige bibliotheek en Flint, om er een paar te noemen. Theater Flint is misschien wel één van zijn meest bekende bouwwerken. Bij het veertigjarig bestaan van ons theater in 2016 interviewde mijn vriend en journalist Willem Meuleman hem voor het boek FLINT 40. Job was al gepensioneerd en wilde liever niet meer in de schijnwerpers staan. ‘Maar directeur Harold Warmelink heeft een warme plek in mijn hart,’ zei hij toen. ‘Daarom is dit mijn allerlaatste interview.’
Na dit laatste interview wilde hij ‘onzichtbaar zijn in zijn eigen wereld’.
Ter herinnering aan een markante persoonlijkheid en een warm mens, hieronder het gehele interview met Job Heiligers in 2016 uit FLINT 40.
Interview Job Heilijgers
‘We waren trots dat we de Flint mochten bouwen’
Job Heilijgers is een bescheiden, beleefde en aimabele man. Hoedje op, lange jas, net pak. Een liefhebber van natuur, opera en kunst. Hij is bijna 75 jaar oud, maar nog steeds druk. Een afspraak kon niet eerder dan tien uur deze morgen, zijn eerste afspraak stond op half negen.
Voordat hij gaat zitten in Trek foetert hij: ‘Ik rijd net de parkeergarage in en wat is dat toch een wanstaltig ding! Voordat bekend was wie Flint mocht bouwen, heb ik al voorgesteld een garage onder het complex te maken. Ik was bereid het risico te dragen en de exploitatie op mij te nemen. Maar dan moest de gemeente ons accepteren als bouwpartner en geen aanbesteding houden. Zoals wij dat ook bij het stadhuis hebben gedaan.”
Dat moest even worden gezegd. Die garage kwam er niet. Te kostbaar, vond het gemeentebestuur. Vandaar de parkeergarage, die in 1994 werd gebouwd tussen Flint en Dreyershofje. ‘Dat had natuurlijk nooit mogen gebeuren,’ benadrukt Heilijgers. ‘Zo’n gedrocht bovengronds op deze plek in de binnenstad. Buitengewoon dom…’
Een aardig begin van een gesprek met de man, die na het stadhuis en de bibliotheek ook de Flint mocht bouwen. Want nadat de gemeenteraad niet bereid was met hem in zee te gaan voor de bouw van een parkeergarage, werd hem wel de bouw gegund omdat hij als laagste inschreef.
In een interview met de Amersfoortse Courant vertelde hij in 1977 dat het een wonder was dat de Flint volgens schema in twee jaar werd gebouwd. Als supervisor van het project kreeg hij te kampen met ernstige tegenslag. Een ploeg van zestien bouwvakkers zei dag met het handje, omdat de mannen elders meer konden verdienen. Er moest een volledig nieuwe ploeg worden samengesteld, waarmee veel tijd verloren ging. ‘Maar we hebben het gehaald,’ aldus Heilijgers in de AC, ‘dankzij de ongelooflijke inzet van alle betrokkenen.’
In hetzelfde interview, in een speciaal voor de opening verschenen bijlage van de krant, noemde Heilijgers de Flint ‘een mooi en vooral eerlijk gebouw. iedereen kan zien hoe we het gemaakt hebben en de vakman kan bovendien constateren dat het geen eenvoudige klus is geweest.’
Het verhaal van econoom Heilijgers begint 135 jaar geleden bij zijn overgrootvader Nicolaas en eindigt voorlopig via grootvader Jacob, vader Wim en Job zelf bij Michel en Jeroen Heilijgers. Zestien jaar geleden ging Heilijgers Bouw op in de BAM, maar sinds de herfst van 2016 is het weer een zelfstandig bedrijf.
Hij herinnert zich de problemen met de groep van zestien werknemers niet meer. Wel dat het geen eenvoudige klus was de Flint te bouwen. ‘Ik weet nog goed dat ik een keer met vriend Paul Hermans serieus naar het ontwerp van architect Greiner keek. Hij zei: ‘Al die kapjes, dat moet je niet doen. Dat is ellende over jezelf afroepen. Kapjes en goten, dat betekent hoge onderhoudskosten.’
‘Ik was directeur en eigenaar van het bedrijf en econoom, maar geen techneut. Ik had geen gedetailleerde kennis van de bouw. Ik was nauw betrokken bij het project, maar ik had natuurlijk een projectleider en een hoofduitvoerder. Die deden uiteindelijk het werk. Als er problemen waren, dan kwamen die op mijn bordje. Ik was niet betrokken bij de dagelijkse, operationele bouw. Ik had in de jaren zeventig en tachtig zoveel projecten dat ik de details ben vergeten. Er waren zoveel hokjes in mijn hoofd gevuld en ik moest ze leegmaken om nieuwe dingen te kunnen invoegen.’
‘Natuurlijk waren we trots dat we het culturele centrum mochten bouwen. Onze mensen ook, de metselaars en timmerlieden: de mensen die met hun handen aan het gebouw hebben gewerkt. Mensen met beleving voor hun vak. Als ze met hun kinderen en kleinkinderen langs de Flint reden, zeiden ze met trots: ‘Hier heb ik aan meegewerkt.’
‘Als je een plattegrond van 135 jaar bouwen in Amersfoort zou zien, dan zou je heel wat rode stippen zien waar mijn familie heeft gebouwd. Ik ben zo dankbaar dat we dat hebben kunnen en mogen doen. Vanzelfsprekend was ik trots dat ik de Flint mocht bouwen. Maar ik vind wel dat ik die trots moet delen met al die mensen die door weer en wind op de bouwplaats hun werk hebben gedaan. Terwijl ik lekker warm op kantoor achter mijn bureau zat. Ja, ik moest oplossingen bedenken als het nodig was, maar zij moesten het doen.’
‘Ik vind het nog steeds een mooi en eerlijk gebouw. De architect heeft eerlijke en zichtbare materialen gebruikt. Overal kun je de constructies van de kapjes zien. Op deze plek moet je het gevoel hebben dat binnen en buiten één zijn. Daarom klinkertjes op straatjes in Flint. We hebben geprobeerd het hele theater zo te bouwen. Kleinschalig en met dezelfde materialen als van de huisjes in de omgeving.’
In 1990 kreeg Job Heilijgers een telefoontje van de toenmalige directeur gemeentewerken Ted Viergever. ‘Hij zei dat de boel was afgefikt.’ Heilijgers zorgde voor mensen om de eerste problemen op te lossen en herbouwde de Flint enkele jaren later.
Naast eigenaar van het bouwbedrijf was Heilijgers ook directeur-eigenaar van de Amersfoortse Hotel Maatschappij (AHM) en later mede-eigenaar van Regardz Hospitality Group. In die branche leerde hij de huidige directeur van Flint Harold Warmelink kennen. ‘Voor hem was het tijd iets anders te gaan doen. Als je je als mens beter kunt ontwikkelen moet je dat doen. Harold is daar een fantastisch voorbeeld van. Voor mij was hij altijd een heel trouw en loyaal medewerker.’
‘Hier in Flint heeft hij zich door zijn buitengewone karakter warmte en kennis in een voor hem vreemde wereld van cultuur gebracht. Met heel veel plezier heb ik ons contact altijd warm gehouden. Hij heeft zoveel voor ons bedrijf betekend, dat hij altijd bij mij terecht kan.’
Job Heilijgers woont in Soest. Al dertig jaar. Hij gaat veel naar theater in Amsterdam en bekent tot zijn schande dat hij slechts sporadisch in Flint komt. ‘Ik was wel bij het proefeten in Trek.’ Hij houdt van opera en muziek en leidt nog altijd een redelijk druk leven. ‘Bovendien heb ik te maken met de terreur van mijn kleinkinderen.’ En dat zegt de man, die vroeger bij vergaderingen, tot grote verbazing van anderen, wegliep om zijn kinderen van school te halen.
Hij trok zich terug uit het openbare leven, maar zei toch ja tegen dit interview, zijn laatste. ‘Dat heeft in belangrijke mate met Harold te maken. Ik ben bijna 75 en er is nog zoveel te beleven. Ik wil onzichtbaar in mijn eigen wereld zijn.’
‘Gelukkig ben ik redelijk gezond. En ik ben een gezegend mens. Ik heb met zoveel aardige en geïnspireerde mensen mogen werken. Die gaven mij veel energie, daardoor kon ik ook veel energie geven. Wat wil je nog meer? Ik ben een rijk mens.’