Gedichten Gaza monologen
Op 29 november lazen acteurs over de hele wereld de Gaza monologen. Getuigenissen geschreven door jongeren van het ASHTAR Theatre in Ramallah, na de eerste oorlog in de Gazastrook in 2010. De teksten – actueler dan ooit – vertellen over de verschrikkingen en het geweld, maar ook over de hoop en veerkracht van het Palestijnse volk.
Met deze readings vragen theaters wereldwijd aandacht voor de oorlog in Gaza, wat een van de dodelijkste oorlogen voor burgers sinds het begin van deze eeuw is. 29 november is sinds 1978 door de VN uitgeroepen tot de internationale dag van solidariteit met het Palestijnse volk. De Gaza monologen en de wereldwijde reading zijn een initiatief en oproep van het ASHTAR Theatre op de Westbank. Sinds oktober 2010 hebben meer dan 2000 jongeren uit 40 landen de monologen voorgedragen in 18 verschillende talen.
In Flint speelden jongeren van de Theater Vooropleiding Amersfoort de Nederlandse vertaling van deze monologen. De avond werd gepresenteerd door Tanja ter Brake, Stadsdichter van Amersfoort en cabaretier. Zij schreef een epiloog en proloog voor deze avond, lees ze hieronder terug.
Foto’s: Peter Putters

Proloog - Tanja ter Brake
Lang dacht ik bij het woord oorlog
aan een patatje met mayo en satésaus
En dat er mensen zijn in dit land
die boos worden om het woord patat
omdat je friet moet zeggen
je moet friet zeggen je moet friet zeggen
jij zegt het anders dat is niet goed
je moet friet zeggen

Epiloog - Tanja ter Brake
Het zal nacht zijn
iemand zal z’n hondje uitlaten
iemand zal laat terugkomen van uitgaan
iemand zal simpelweg niet kunnen slapen
zij zullen de eersten zijn die zich vergapen
aan de sterren